Checklist rouwverwerking: Hoe verwerk ik het verlies van een dierbaar persoon? Deel 2: Rouwfuncties
Deze checklist kun je gebruiken bij rouwverwerking na het verlies van een dierbaar persoon. Een rouwproces start na een ingrijpend verlies waarbij je het gevoel hebt dat je wereld op zijn kop staat. Je hebt dan hulp nodig om je leven weer op orde te krijgen. Je kunt van een rouwproces spreken bij het verlies van iets waardevols: je gezondheid, je grote liefde, je baan, je huis, een droom of een wedstrijd. Deze checklist is met name gericht op het verlies van een dierbaar persoon door overlijden.
De tekst bestaat uit drie delen. In elk deel wordt antwoord gegeven op een vraag:
Deel 1. Uit welke fasen bestaat een rouwproces?
Deel 2. Wat zijn de functies van een rouwproces?
Deel 3. Welke vragen houden je bezig in een rouwproces?
Deel 2: Wat zijn de functies van een rouwproces?
Het rouwproces heeft globaal vier functies:
Functie 1 : Het aanvaarden van het verlies.
Functie 2: Het voelen van de pijn als gevolg van het verlies.
Functie 3: Het aanpassen aan een leven waar de overleden dierbare geen deel meer van uitmaakt.
Functie 4: De overledene emotioneel een plek geven en verder leven zonder de overledene.
Hierna zie je een toelichting op deze functies of rouwtaken.
Functie 1 : Het aanvaarden van het verlies
Het aanvaarden van het verlies betekent het geloven van het verlies, het verstandelijk weten dat het verlies realiteit is en het gevoelsmatig beseffen dat het verlies heeft plaatsgevonden. Net na het overlijden, en soms nog lange tijd daarna, is dit vaak heel moeilijk. Mensen geven dit aan in woorden zoals: “ik kan niet geloven dat hij dood is”, “ik kan het niet accepteren”, “het dringt niet tot me door dat hij nooit meer zal terugkomen”. De realiteit van het overlijden dringt vaak pas geleidelijk door. Hoewel nabestaanden verstandelijk gezien al snel weten dat de dierbare overleden is, is het gevoelsmatig aanvaarden van het verlies vaak lange tijd heel moeilijk. Het aanvaarden van het verlies wordt steeds minder moeilijk omdat men er steeds weer aan herinnerd wordt dat de ander er niet meer is. Overal waar men komt en bij alles wat men doet waar de overledene voorheen bij aanwezig was, wordt men geconfronteerd met het feit dat de dierbare werkelijk voorgoed weg is. Het omgekeerde van de aanvaarding van het verlies is ontkenning. Sommige mensen hebben erg veel moeite om onder ogen te zien dat de dierbare werkelijk overleden is en doen maar liever of er niets gebeurd is. Dit is niet verwonderlijk: het verdriet is vaak zo intens en de gevolgen van het verlies zo veelomvattend, dat men soms liever doet alsof het overlijden niet heeft plaatsgevonden. Ontkenning kan totaal of gedeeltelijk zijn. Voorbeeld van totale ontkenning: niet geloven dat de dierbare dood is en dat hij in dit leven terugkeert. Voorbeeld van gedeeltelijke ontkenning: nog een tijd de tafel voor de overledene dekken of tegen hem praten. Langdurige ontkenning kan tot problemen leiden. Het onder ogen zien van het verlies en het verwerken ervan wordt namelijk steeds moeilijker.
Functie 2: Het voelen van de pijn als gevolg van het verlies
De verwerking van een verlies gaat vaak gepaard met emotionele pijn zoals verdriet, angst, boosheid, onmacht en schuld. Vaak is er een afwisseling in de mate waarin gevoelens gevoeld en geuit worden. Het ene moment voelen nabestaanden zich intens verdrietig, boos of somber en is er een hevig verlangen naar de overledene. Op een ander moment is het verdriet meer op de achtergrond aanwezig. Er wordt vaak gezegd dat deze tweede taak betekent dat mensen na het verlies van een dierbare altijd veel pijn moeten ervaren en verdriet moeten uiten. Maar dat is niet het geval. Het kan zijn dat mensen weinig verdriet en pijn ervaren ook al is het iemand van wie ze veel gehouden hebben. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren bij mensen die een ouder met een hoge leeftijd verliezen. Bovendien geeft niet iedereen uiting aan zijn verdriet. Het is goed om te beseffen dat het uiten van rouwgevoelens iets anders is dan het ervaren van deze gevoelens. Soms ervaren nabestaanden wel verdriet, maar uiten zij dit niet of niet in het bijzijn van anderen. Hoewel ieder mens de emotionele pijn om het verlies op een andere manier voelt en uit, kan het voorkomen dat mensen voor deze tweede taak weglopen. Dit kan bijvoorbeeld door het onderdrukken van verdriet of andere emoties, of door het wegstoppen van gedachten en herinneringen aan de overleden dierbare. Wanneer dit langdurig gebeurt en nabestaanden hun gevoelens blijven wegstoppen kan het op den duur steeds moeilijker worden om het verlies een plaats te geven.
Functie 3: Het aanpassen aan een leven waar de overledene geen deel meer van uitmaakt
Het overlijden van een dierbare leidt vrijwel altijd tot grote of minder grote veranderingen in het leven van nabestaanden. De mate waarin dit het geval is, is onder andere afhankelijk van de rol die de overledene vervulde. Een vrouw van wie de man altijd de beslissingen nam en die zorgde voor allerlei praktische zaken, staat na zijn overlijden voor de taak om zelfstandig beslissingen te nemen en om praktische zaken zelf te regelen. Een man wiens vrouw altijd het initiatief nam in contact met anderen, staat na het overlijden voor de taak om zelfstandig contacten te onderhouden. Een moeder die de opvoeding van de kinderen altijd met haar man deelde, staat na zijn overlijden ineens voor de taak om de kinderen alleen op te voeden. Er verandert soms ook iets in de identiteit van de nabestaanden. Een man die zijn vrouw verliest is ineens geen echtgenoot mee, maar weduwnaar. Een moeder die haar enige kind verliest, verliest haar moederrol. Kinderen die hun ouders verliezen hebben niemand meer om kind bij te zijn. Op alle veranderingen die er door en na het overlijden plaatsvinden moeten nabestaanden een antwoord vinden. En dan hebben we het nog niet eens gehad over alle kleinere veranderingen die men dagelijks tegenkomt: de man wiens vrouw overleden is komt iedere avond in een leeg huis thuis, ouders die hun kind verloren hebben horen niet langer iedere middag de deur en de tas die in een hoek wordt gegooid, de vrouw die haar moeder verliest kan niet iedere dag even bijpraten. Het aanpassen aan het leven waar de overleden dierbare geen deel meer van uitmaakt, vraagt vaak heel veel van de nabestaanden. Wat ook bij het aanpassen hoort, is het aanpassen van verwachtingen, ideeën en opvattingen over de toekomst en het leven. Voorheen verliep het leven als het ware langs een ononderbroken lijn van verleden naar toekomst. Door het overlijden wordt deze vanzelfsprekende lijn doorbroken en dienen nabestaanden zich opnieuw te bezinnen op het leven en de betekenis ervan. Het is niet ongebruikelijk dat nabestaanden het gevoel hebben dat alle richting in het leven verloren is gegaan. Soms zoekt men langdurig naar een antwoord op de vraag waarom het overlijden heeft plaatsgevonden. Het aanpassen betekent soms dat men een antwoord op deze vraag weet te vinden. Vaak betekent het echter dat men ermee moet leren leven dat er geen antwoord op te vinden is.
Functie 4: De overledene emotioneel een plek geven en zonder hem verder leven
Vroeger werd wel gedacht dat een verlies pas goed verwerkt zou zijn als men de band met de overledene doorgesneden zou hebben. Tegenwoordig denkt men daar anders over. Het gaat er niet om dat de band met de overledene wordt doorgesneden. Het is onmogelijk om iemand die zo dierbaar was en die zo’n belangrijke plaats in het leven innam te vergeten of los te laten. Wel is het goed om negatieve banden los te laten. De relatie met de overledene blijft bestaan, maar de aard van de relatie verandert. In een rouwproces dient men als het ware een plek te vinden voor de overledene. Een geschikte plek is een plek die het nabestaanden mogelijk maakt om verder te leven, om zich te richten op de toekomst, om zich te richten op dingen die niet met het verlies van de overledene te maken hebben. Onder het verder leven valt ook het aangaan van nieuwe banden en soms het aangaan van een nieuwe intieme relatie. Dat laatste is iets wat veel nabestaanden moeilijk vinden. Wanneer je partner overleden is, kun je je schuldig voelen tegenover je partner als je met een ander een relatie aangaat. Maar een nieuwe band hoeft niets af te doen aan de band met de overledene. Bovendien kan de nieuwe relatie ook je steun en toeverlaat zijn bij rouwverwerking.
Soms verloopt de verwerking van het verlies heel moeizaam omdat mensen moeite blijven houden met deze vierde functie of taak. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat mensen zich blijven vasthouden aan de overledene en de band met hem niet veranderen. Het kan ook zijn dat mensen zich niet op de toekomst durven richten omdat zij het moeilijk vinden om met hun leven verder te gaan zonder de aanwezigheid van de dierbare. Voor mensen die op latere leeftijd een partner verliezen is het soms extra moeilijk om deze taak te volbrengen. Eenzaamheid komt veel voor omdat sommige ouderen niet over de mogelijkheden beschikken om zelfstandig dingen te doen of om (nieuwe) contacten te maken en te onderhouden.
Laatste berichten van Mariska Jak (toon alles)
- Mini-meditatie: Zelfreflectie (duur audio: 9 minuten) - 1 oktober 2024
- Reflectie: jezelf ontdekken en ontwikkelen door bewustwording - 30 september 2024
- Mini-sabbatical: stilstand en stilte voor welzijn en balans - 30 september 2024